Odell geeft niet alleen aanzetten tot een discussie over een modernisering van de Europese economie en de auto-industrie in het bijzonder waarschuwt hij de Europese leiders ook voor ‘onevenwichtige handelsovereenkomsten zoals Europa zou ‘willen sluiten met Japan. Onderstaand enkele uitspraken uit de vandaag verzonden open brief van Odell.
‘De Europese interne markt is al decennialang van essentieel belang voor de kracht van de Europese economie en draagt bij tot het genereren van welvaart en werk op een niveau dat anders ondenkbaar zou zijn’.
‘Een sterke, mondiaal concurrerende Europese auto-industrie is van fundamenteel belang voor de interne markt en zorgt voor welvaart, technologische innovatie en behoud van werk. Banen, concurrentiekracht en groei moeten de drijvende kracht achter het EU-beleid vormen.’
‘Wat we nodig hebben, is een nieuwe benadering van het wetgevingsproces in de EU, een benadering waarin het beginsel van slimme regelgeving centraal staat … als er nieuwe standaarden moeten komen, laten we er dan voor zorgen dat hun impact op de concurrentiekracht correct en onafhankelijk wordt beoordeeld.’
‘Een uitgebreide handelsovereenkomst tussen de EU en de VS zou enorme voordelen opleveren op het gebied van groei, werkgelegenheid en consumptie.’
‘Bij het sluiten van handelsovereenkomsten moet het niet alleen over vrije handel gaan, maar ook over fair-play. De voorgestelde overeenkomst tussen de EU en Japan is een voorbeeld van een onevenwichtige overeenkomst… die duizenden Europese banen op het spel zet.’
‘We hebben leiderschap en actie in pan-Europees verband nodig, waarbij alle belanghebbenden eensgezind samenwerken aan het verwezenlijken van een concurrerender Europa.’
‘Dit is een kritiek moment voor alle belanghebbenden, waarop zij hun moed en vastberadenheid moeten tonen… Wij doen een oproep aan beleidsmakers in de EU-lidstaten en in de nieuwe Commissie, maar ook aan werkgevers en vakbonden, om zich sterk te maken voor een sterkere, meer concurrerende auto-industrie en industriële basis in Europa waarmee werk en welvaart kunnen worden gegenereerd, zowel voor de huidige als voor toekomstige generaties.’