Nederlandse Porsche-afperser verliest rechtzaak

Een inwoner uit Schiedam die vijftig miljoen euro van Porsche eiste in ruil voor het afstaan van een paar door hem geregistreerde merken met daarin de naam Porsche. De rechter gaf hem ongelijk en veroordeelde de afperser tot het betalen van de proceskosten van ruim zeven mille.

Dat meldt Quote. De man wilde ‘50 miljoen euro in contanten of gelijke waarde aandelen Porsche Automobil Holding SE’ omdat hij een paar Porsche-merknamen had laten registreren. Iets te bijdehand, aldus de Haagse rechter in het vonnis.  ‘De rechtbank acht voldoende aangetoond dat [X] bekend was met de Porsche-merken, dat hij zijn depots als welbewuste aantasting van het belang van Porsche heeft verricht, namelijk met geen ander doel dan de depots tegen betaling van forse bedragen aan Porsche over te dragen. [X] maakt aldus misbruik van zijn bevoegdheid door steeds opnieuw het woordmerk Porsche te deponeren. De rechtbank is daarom van oordeel dat de depots van Beneluxmerk I en de [X] merkdepots te kwader trouw zijn verricht.’

Het vonnis wordt interessant als uit de briefwisseling tussen afperser en Porsche wordt geciteerd. De afperser begon met 50 miljoen euro te eisen maar daalde via en aantal tussenstappen al snel af naar 99 mille en een Porsche 911 van 251 duizend euro.

Nederlandse Porsche-afperser verliest rechtzaak - Automobielmanagement.nl

Nederlandse Porsche-afperser verliest rechtzaak

Een inwoner uit Schiedam die vijftig miljoen euro van Porsche eiste in ruil voor het afstaan van een paar door hem geregistreerde merken met daarin de naam Porsche. De rechter gaf hem ongelijk en veroordeelde de afperser tot het betalen van de proceskosten van ruim zeven mille.

Dat meldt Quote. De man wilde ‘50 miljoen euro in contanten of gelijke waarde aandelen Porsche Automobil Holding SE’ omdat hij een paar Porsche-merknamen had laten registreren. Iets te bijdehand, aldus de Haagse rechter in het vonnis.  ‘De rechtbank acht voldoende aangetoond dat [X] bekend was met de Porsche-merken, dat hij zijn depots als welbewuste aantasting van het belang van Porsche heeft verricht, namelijk met geen ander doel dan de depots tegen betaling van forse bedragen aan Porsche over te dragen. [X] maakt aldus misbruik van zijn bevoegdheid door steeds opnieuw het woordmerk Porsche te deponeren. De rechtbank is daarom van oordeel dat de depots van Beneluxmerk I en de [X] merkdepots te kwader trouw zijn verricht.’

Het vonnis wordt interessant als uit de briefwisseling tussen afperser en Porsche wordt geciteerd. De afperser begon met 50 miljoen euro te eisen maar daalde via en aantal tussenstappen al snel af naar 99 mille en een Porsche 911 van 251 duizend euro.