Dat blijkt uit het rapport ‘Wartime Economy and Labour Deployment by Auto Union AG Chemnitz during World War II’ dat in opdracht van Audi zelf werd opgesteld. Bruhn was volgens het onderzoek persoonlijk verantwoordelijk voor de massale uitbreiding van de productiecapaciteit in de oorlogsjaren waarbij 3.700 dwangarbeiders uit concentratiekampen werden ingezet. Auto Union maakte in totaal gebruik van zeven door SS’ers bewaakte kampen. De studie zou aantonen dat het Auto Union-management de ‘morele verantwoordelijkheid’ draagt voor 4.500 dwangarbeiders uit concentratiekamp Flossenbürg die zijn omgekomen tijdens werkzaamheden in een Auto Union-werkkamp te Leitmeritz. Hun lichamen werden opgestapeld en verbrand.

Het huidige autoconcern heeft geschokt gereageerd op de bevindingen en direct enkele maatregelen aangekondigd. Het bedrijf zegt niet geweten te hebben van de handelingen van Bruhn en diens banden met de SS. Als reactie zal het bedrijf verscheidene teksten in het bedrijfsmuseum en op het internet aanpassen, aldus een woordvoerder maandag. De voorzitter van de ondernemingsraad, Peter Mosch, wil een pensioenkas van het bedrijf, die genoemd is naar Bruhn, nu een andere naam geven.