Lotus opent de aanval op Mini

Lotus zoekt de confrontatie met Mini. Niet met een conventioneel aangedreven hatchback, maar met een hybride model.

De redenatie is simpel: Lotus heeft sinds 1995 veel te danken aan de Elise, maar de lichtgewicht sportwagen raakt stilaan verouderd. Een Elise kost 45.764 euro, maar de volgende generatie gaat minimaal 60 mille kosten. En extra, kleiner model sportwagen is niet de oplossing want tja: kan het minimalistischer dan in een Elise?

Lotus kijkt goed om zich heen en ziet dat sportwagens eigenlijk alleen nog worden gekocht door de oudere generatie mannen. De jongere autoconsument kiest steeds vaker voor de stad als woonlocatie en wil daarom een auto hebben die niet inbraakgevoelig is en die goed te overzien is zodat parkeren zelfs op de krapste plekken eenvoudig is. Kortom, een ‘Mini’ dus maar gelukkig is men bij Lotus eigenwijs genoeg om niet met een blauwdruk van zijn landgenoot te komen. De stadsauto krijgt een heel eigen gezicht met geen ronde vormen zoals de Mini maar eerder een hoekig design. Dat geeft de Lotus een extra agressief voorkomen.

Belangrijkste troef van het ontwerp is de hybride aandrijflijn. Daarmee is het mogelijk om in het stadscentrum emissievrij te rijden terwijl er op buitenwegen gedurende lange tijd toch een fors tempo kan worden aangehouden. Net als de Opel Ampera krijgt de Lotus een actieradius verhogende benzinemotor. Die telt 3 cilinders en wordt 1,2 liter groot. Op de elektromotor kan de Lotus zo’n 50 kilometer ver komen en Lotus denkt de oplaadtijd beperkt te kunnen houden tot 3 uur. Is hiervoor geen tijd of zijn de ritten langer, dan komt de benzine-unit tot leven.

Lotus zal zijn stadsauto, die in 2012 op de markt zal komen, waarschijnlijk niet zelf gaan bouwen maar de productie uitbesteden aan moederbedrijf Proton in Maleisië. Hetzelfde geldt voor de door Toyota te bouwen Aston Martin Cygnet. Proton kan op die manier iets doen aan zijn chronische overcapaciteit en voor Lotus zijn de risico’s relatief laag. Men zet in op een verkoop van 5.000 exemplaren per jaar; de grote aantallen zullen door Proton zelf gerealiseerd gaan worden want die gaat een minder exclusieve, conventioneel aangedreven 5-deurs variant van de stadsauto verkopen. En met een additionele afzet van 5.000 auto’s is er haast sprake van een verviervoudiging van het orderaantal bij Lotus.

Lotus opent de aanval op Mini - Automobielmanagement.nl

Lotus opent de aanval op Mini

Lotus zoekt de confrontatie met Mini. Niet met een conventioneel aangedreven hatchback, maar met een hybride model.

De redenatie is simpel: Lotus heeft sinds 1995 veel te danken aan de Elise, maar de lichtgewicht sportwagen raakt stilaan verouderd. Een Elise kost 45.764 euro, maar de volgende generatie gaat minimaal 60 mille kosten. En extra, kleiner model sportwagen is niet de oplossing want tja: kan het minimalistischer dan in een Elise?

Lotus kijkt goed om zich heen en ziet dat sportwagens eigenlijk alleen nog worden gekocht door de oudere generatie mannen. De jongere autoconsument kiest steeds vaker voor de stad als woonlocatie en wil daarom een auto hebben die niet inbraakgevoelig is en die goed te overzien is zodat parkeren zelfs op de krapste plekken eenvoudig is. Kortom, een ‘Mini’ dus maar gelukkig is men bij Lotus eigenwijs genoeg om niet met een blauwdruk van zijn landgenoot te komen. De stadsauto krijgt een heel eigen gezicht met geen ronde vormen zoals de Mini maar eerder een hoekig design. Dat geeft de Lotus een extra agressief voorkomen.

Belangrijkste troef van het ontwerp is de hybride aandrijflijn. Daarmee is het mogelijk om in het stadscentrum emissievrij te rijden terwijl er op buitenwegen gedurende lange tijd toch een fors tempo kan worden aangehouden. Net als de Opel Ampera krijgt de Lotus een actieradius verhogende benzinemotor. Die telt 3 cilinders en wordt 1,2 liter groot. Op de elektromotor kan de Lotus zo’n 50 kilometer ver komen en Lotus denkt de oplaadtijd beperkt te kunnen houden tot 3 uur. Is hiervoor geen tijd of zijn de ritten langer, dan komt de benzine-unit tot leven.

Lotus zal zijn stadsauto, die in 2012 op de markt zal komen, waarschijnlijk niet zelf gaan bouwen maar de productie uitbesteden aan moederbedrijf Proton in Maleisië. Hetzelfde geldt voor de door Toyota te bouwen Aston Martin Cygnet. Proton kan op die manier iets doen aan zijn chronische overcapaciteit en voor Lotus zijn de risico’s relatief laag. Men zet in op een verkoop van 5.000 exemplaren per jaar; de grote aantallen zullen door Proton zelf gerealiseerd gaan worden want die gaat een minder exclusieve, conventioneel aangedreven 5-deurs variant van de stadsauto verkopen. En met een additionele afzet van 5.000 auto’s is er haast sprake van een verviervoudiging van het orderaantal bij Lotus.