Een derde van de Nederlandse consumenten die de komende jaren een auto aanschaft, beschouwt een plugin-hybride als serieuze optie. Puur elektrisch rijden laat men nog even voor wat het is.

Het leeuwendeel van de automobilisten, in Nederland en wereldwijd, gaat voor een stekkerhybride, ondanks de hogere gebruikskosten. Zolang consumenten niet bereid zijn hun gewoontes of visie op elektrisch vervoer aan te passen, houdt de half-elektrische auto de doorbraak van puur elektrisch rijden zelfs tegen, waarschuwt adviesbureau Accenture.

Accenture onderzocht onder 7000 consumenten hoe ze verleid kunnen worden tot de aanschaf van een elektrische auto of een elektrische auto met een conventionele hulp-motor, de zogenoemde plugin-hybride. De aanschafkosten van een puur elektrische wagen blijken niet de enige hindernis. Automobilisten zijn vooral huiverig voor het gebrek aan flexibiliteit. Na 150 kilometer valt een elektrische auto stil, terwijl een plug-in hybride zoals de Opel Ampera dan nog op zijn brandstofmotor verder kan. Zo hoeft een consument zijn gewoonten niet aan te passen.

Ook uit een onderzoek in opdracht van De Telegraaf/Autovisie uitgevoerd door Bureau Consumenten Onderzoek blijkt dat voor de meeste Nederlanders de elektrische auto voorlopig nog toekomstmuziek is.

Een meerderheid is ervan overtuigd dat een dergelijke auto als éérste vervoermiddel nog op te veel problemen stuit: naast de geringe actieradius geldt het ontbreken van voldoende laadpunten als onoverkomelijke hinderpaal.

De Nederlander ziet wel op langere termijn heil in elektrisch autorijden. 42% beantwoordt de vraag ‘Elektrisch rijden heeft de toekomst’ met een volmondig ‘Ja’. Slechts 13% is het met die stelling oneens.

In het leven van ruim 70% van de ondervraagden neemt de auto een uiterst belangrijke rol in.