Achter de schermen van Top Gear is onenigheid gerezen over de uitbetaling van de presentatoren. Het wereldwijd door tweehonderd miljoen mensen bekeken programma dankt zijn populariteit voor een groot deel aan de presentatoren. Superster Jeremy Clarkson (links), Richard Hammond (midden) en James May hebben lak aan conventies: ze drinken alcohol achter het stuur, van snelheidslimieten hebben ze nog nooit gehoord en ze zien er geen been in om met een benzineslurpende terreinwagen naar de Noordpool te rijden. Het presentatietrio neemt politiek incorrecte standpunten in en heeft een grondige hekel aan regels, caravans en milieubeschermers. Veel Britten wijzen Jeremy Clarkson aan als hun favoriete premier.

Ondanks de joviale sfeer tijdens de opnames zijn barsten ontstaan in het team. May en Hammond vinden dat ze onderbetaald worden, althans in vergelijking met Jeremy Clarkson. Hij verdient meer dan een miljoen pond per jaar en heeft een aandeel in de opbrengsten van de show. Daarnaast fungeert het programma als kapstok voor Clarksons boeken en krantencolumns.

Ook May en Hammond hebben hun schnabbels, maar ze moeten het doen met ‘slechts’ vijftienduizend pond per aflevering (omgerekend negentienduizend euro). Zij eisen daarom een hogere vergoeding, maar kregen van de BBC tot nu toe nul op het rekest. De onderhandelingen zitten momenteel muurvast, zodat ook de plannen voor de volgende shows in de ijskast zijn gezet.

De contracten met May en Hammond lopen deze maand af. Een troost voor de fans: de opnames voor het volgende seizoen zijn reeds voltooid. Bovendien zit er in de onderhandelingen over de nieuwe arbeidsvoorwaarden vermoedelijk net zo veel drama als in de show zelf: elke zichzelf respecterende presentator wijst het openingsbod van de BBC per definitie af. Salarisonderhandelingen zullen dus nooit een echte bedreiging vormen voor de show. Alleen als Clarkson zich dreigt te gaan vervelen, is er reden voor paniek. (bron: Autointernationaal.nl