De Koreaanse autofabrikant was door de US Environmental Protection Agency (EPA) gesommeerd de verbruikscijfers van een aantal van zijn 2011-2013 modellen aan te passen. EPA had verschillen gevonden in de eigen resultaten en die van de Koreaanse fabrikant. Hoge managers van de beide merken maakten hun verontschuldigingen en in een interview zei John Krafcik, ceo van Hyundai Motor America, ‘het goed te zullen maken’ met de eigenaren van in de negenhonderdduizend betrokken voertuigen (inclusief die van Kia). Allereerst werden de cijfers van de betrokken modellen gecorrigeerd, terwijl die van auto’s in de showrooms opnieuw werden gelabeld. Verder lanceerden beide merken een communicatiecampagne om betrokken klanten te informeren. Bovendien startten Hyundai en Kia eigen websites waar eigenaren een lijst kunnen vinden met betrokken modellen en wat het compensatieprogramma inhoudt. Door het chassisnummer in te geven, kunnen klanten onmiddellijk zien of zij recht hebben op een financiële compensatie. Hyundai-Kia zal de betrokken eigenaren compenseren voor het verschil in brandstofkosten over de gehele levensduur van zijn auto op basis van de gecorrigeerde verbruikscijfers. De kosten zijn afhankelijk van de brandstofprijs per staat. Daarnaast krijgt de eigenaar vijftien procent bovenop het totale bedrag voor het ondergane ongemak.

Op de Los Angeles Auto Show, die woensdag 28 november voor de media van start ging, zei Krafcik dat negentig procent van de klanten werkelijk tevreden zijn met de compensatie en bovendien verheugd zijn over de snelheid waarmee actie is ondernomen. Krafcik zei dat het geen gemakkelijk tijd is voor het bedrijf, maar dat het problem op de juiste manier moest worden aangepakt en zegt geen negatief effect op de verkopen te verwachten. Dat hieraan een prijskaartje hangt, mag duidelijk zijn. Analysten verwachten dat de schade tot een miljard dollar kan oplopen maar Krafcik kon of wilde daarover geen mededeling doen. Hij is ervan overtuigd dat de manier waarop het probleem is aangepakt de juiste is om de klanten tevreden te stellen en in het algemeen voldoende goodwill te kweken bij het publiek.