Zo blijkt uit alternatieve crashtests van de mobiliteitsorganisaties onder de koepel van de internationale automobielfederatie FIA. In de standaard frontale crashtest van EuroNCAP simuleert men een ongeval waarbij een auto bij 100 kilometer per uur plots voluit in de remmen moet voor een obstakel vijftig meter verder. Door de nodige reactietijd (± 0,7 seconden) is de auto al 19,4 meter verder voor het remmen begint. De remweg die dan nog nodig is om te stoppen is 51,4 meter. Gevolg: de auto knalt met 64 km/h op het obstakel.

De meeste auto’s van de laatste generatie halen in die test tegenwoordig de score van vijf sterren. Dat betekent dat de passagierscabine intact blijft en het risico op letsels aan hoofd, romp of ledematen beperkt is. Maar als de aanvangssnelheid tien kilometer per uur wordt verhoogd, levert dat een totaal ander plaatje op. Bij 110 km knalt de auto met 81 km per uur tegen het obstakel en bij die snelheid bleek de Laguna II in het testcentrum van de Duitse ADAC niet in staat de botsenergie in zijn kreukelzones te verwerken en vervormt dus ook de passagierskooi. De deuren komen klem te zitten, dashboard en stuur worden naar binnen gedrukt. De airbag kan niet meer beletten dat de chauffeur met de borstkas tegen het stuur wordt geperst en met z’n knieën onderaan tegen het instrumentenpaneel komt. De passagier komt er beter vanaf: bij hem kan de airbag z’n werk goed doen. (bron: De Morgen)