Beijing Motor Show: Chinese merken hebben ‘t moeilijk

Grote Chinese autofabrikanten herintroduceren grote namen uit het verleden, zoals de limousine van Mao Zedong die men vernoemde naar de rode vlag. Maar de buitenlandse merken blijven domineren, ook op de vandaag (maandag 23 april) geopende Beijing Motor Show.

Men probeert met de herintroductie van de oude merken nostalgie te gelde te maken, de nostalgie uit de tijd dat China erg weinig auto’s bouwde maar de auto die men bouwde waren dan ook bijzonder. Er is weinig bewijs dat Chinese autokopers zitten te wachten op de goede oude tijd, toen Chinese staatbedrijven auto’s bouwden die vernoemd waren naar Beijing, Shanghai of de rode vlag van het communisme, zo constateert Patti Waldmeir, de correspondent van Financial Times in Beijing. China mag dan een van de allergrootste automarkten zijn, maar China heeft nog lang geen auto-industrie om trots op te zijn. Buitenlandse merken domineren de markt en Chinese merken verliezen terrein.  De Chinese fabrikanten proberen het tij te keren met grotere, flitsende, sportieve en meer innovatieve modellen op de Beijing Motor Show die vandaag opent.

Volgens analisten zou het weleens een kritieke tijd kunnen zijn voor de Chinese auto-industrie, die maar dertig procent van de lokale markt in handen heeft. Drie decennia nadat Beijing het pad had uitgezet voor een autoindustrie op wereldniveau, en waarbij men joint ventures sloot met Volkswagen en General Motors, overheersen de merken die eigendom zijn van Volkswagen en GM nog altijd de markt. De Chinese merken vechten om een bestaan in de lagere regionen van de markt, die zeer competitief zijn en waar alleen op prijs wordt geconcurreerd. In het algemeen worden buitenlandse merken gezien als meer betrouwbaar, mooier, imposanter en dus meer statusverhogend. Last but not least, de buitenlandse merken hebben een betere restwaarde.

Vorig jaar heeft Beijing diverse maatregelen genomen om de neergang te stuiten, bijvoorbeeld te verbieden dat grote vloten worden aangekocht bij buitenlandse merken of door merken als VW en GM te dwingen ‘Chinese merken’ te ontwikkelen met hun joint venture-partners om te stimuleren dat de overdracht van technologische kennis wordt versneld. Volgens automotive analist Klaus Paur in Shanghai hebben de Chinese merken de laatste jaren dramatisch veel marktaandeel verloren. "Maar internationale merken doen het ontzettend goed met het veroveren van het onderste deel van de markt. " Volgens hem begrijpen de buitenlandse merken de Chinese autokoper soms beter dan de Chinese merken. Zo komt er een lwb-versie van de BMW 3-serie, speciaal voor de Chinese markt. De grote Chinese merken Geely, Great Wall en SAIC proberen een deel te pakken van het middensegment en de hogere segmenten door bijvoorbeeld suv’s te ontwikkelen. "Maar ze zijn altijd een beetje te laat", aldus Paur. Ivo Naumann, een andere analist, constateert dat de Chinese merken hun producten moeten verbeteren om werkelijk te kunnen concurreren met buitenlandse merken. "Uiteindelijk is het een kwestie van schaalgrootte. Geen van de Chinese merken heeft een omvang die echt in de buurt komt van de grote internationale merken. Bijvoorbeeld Geely, eigenaar van Volvo, produceert altijd nog minder dan een miljoen auto’s per jaar. Kevin Wale, hoofd van GM China, zei tegen Financial Times dat het uiteindelijk gaat om de reputatie. "Het is moeilijk om een wereldomvattende reputatie te verkrijgen. Maar als je dat eenmaal hebt, heeft die de neiging niet meer weg te gaan. De Japanners en de Koreanen hebben er ook twintig tot veertig jaar over gedaan om een wereldwijde reputatie op te bouwen. En dat heeft de merken die die status al hadden, niet geschaad. Ik denk dat onze status (van GM, red) in China nog ontzettend  lang zal standhouden."

Auto-import naar China 
Duitsland 61.000  
Japan 39.000  
VS 20.000  
Zuid-Korea 18.000  
Engeland 17.000  
     
Beijing Motor Show: Chinese merken hebben ‘t moeilijk - Automobielmanagement.nl

Beijing Motor Show: Chinese merken hebben ‘t moeilijk

Grote Chinese autofabrikanten herintroduceren grote namen uit het verleden, zoals de limousine van Mao Zedong die men vernoemde naar de rode vlag. Maar de buitenlandse merken blijven domineren, ook op de vandaag (maandag 23 april) geopende Beijing Motor Show.

Men probeert met de herintroductie van de oude merken nostalgie te gelde te maken, de nostalgie uit de tijd dat China erg weinig auto’s bouwde maar de auto die men bouwde waren dan ook bijzonder. Er is weinig bewijs dat Chinese autokopers zitten te wachten op de goede oude tijd, toen Chinese staatbedrijven auto’s bouwden die vernoemd waren naar Beijing, Shanghai of de rode vlag van het communisme, zo constateert Patti Waldmeir, de correspondent van Financial Times in Beijing. China mag dan een van de allergrootste automarkten zijn, maar China heeft nog lang geen auto-industrie om trots op te zijn. Buitenlandse merken domineren de markt en Chinese merken verliezen terrein.  De Chinese fabrikanten proberen het tij te keren met grotere, flitsende, sportieve en meer innovatieve modellen op de Beijing Motor Show die vandaag opent.

Volgens analisten zou het weleens een kritieke tijd kunnen zijn voor de Chinese auto-industrie, die maar dertig procent van de lokale markt in handen heeft. Drie decennia nadat Beijing het pad had uitgezet voor een autoindustrie op wereldniveau, en waarbij men joint ventures sloot met Volkswagen en General Motors, overheersen de merken die eigendom zijn van Volkswagen en GM nog altijd de markt. De Chinese merken vechten om een bestaan in de lagere regionen van de markt, die zeer competitief zijn en waar alleen op prijs wordt geconcurreerd. In het algemeen worden buitenlandse merken gezien als meer betrouwbaar, mooier, imposanter en dus meer statusverhogend. Last but not least, de buitenlandse merken hebben een betere restwaarde.

Vorig jaar heeft Beijing diverse maatregelen genomen om de neergang te stuiten, bijvoorbeeld te verbieden dat grote vloten worden aangekocht bij buitenlandse merken of door merken als VW en GM te dwingen ‘Chinese merken’ te ontwikkelen met hun joint venture-partners om te stimuleren dat de overdracht van technologische kennis wordt versneld. Volgens automotive analist Klaus Paur in Shanghai hebben de Chinese merken de laatste jaren dramatisch veel marktaandeel verloren. "Maar internationale merken doen het ontzettend goed met het veroveren van het onderste deel van de markt. " Volgens hem begrijpen de buitenlandse merken de Chinese autokoper soms beter dan de Chinese merken. Zo komt er een lwb-versie van de BMW 3-serie, speciaal voor de Chinese markt. De grote Chinese merken Geely, Great Wall en SAIC proberen een deel te pakken van het middensegment en de hogere segmenten door bijvoorbeeld suv’s te ontwikkelen. "Maar ze zijn altijd een beetje te laat", aldus Paur. Ivo Naumann, een andere analist, constateert dat de Chinese merken hun producten moeten verbeteren om werkelijk te kunnen concurreren met buitenlandse merken. "Uiteindelijk is het een kwestie van schaalgrootte. Geen van de Chinese merken heeft een omvang die echt in de buurt komt van de grote internationale merken. Bijvoorbeeld Geely, eigenaar van Volvo, produceert altijd nog minder dan een miljoen auto’s per jaar. Kevin Wale, hoofd van GM China, zei tegen Financial Times dat het uiteindelijk gaat om de reputatie. "Het is moeilijk om een wereldomvattende reputatie te verkrijgen. Maar als je dat eenmaal hebt, heeft die de neiging niet meer weg te gaan. De Japanners en de Koreanen hebben er ook twintig tot veertig jaar over gedaan om een wereldwijde reputatie op te bouwen. En dat heeft de merken die die status al hadden, niet geschaad. Ik denk dat onze status (van GM, red) in China nog ontzettend  lang zal standhouden."

Auto-import naar China 
Duitsland 61.000  
Japan 39.000  
VS 20.000  
Zuid-Korea 18.000  
Engeland 17.000