Het dagblad baseert zich op verzekeringsexperts, schadeherstelbedrijven en assurantie-adviesbureau A.K Bakker-Bloem. Verzekeringsexpert Richard Scholten van het bedrijf Oker zegt dat onder meer ruiten, aircopompen, motorkappen, koplampen, radiateurs en waterpompen vaak worden vervangen door "goedkopere versies die niet van het echte merk zijn, om maar aan de norm van de verzekeraar te voldoen. Het is gewoon jatten. Automobilisten verliezen hun fabrieksgarantie erdoor en de inruilwaarde van de auto daalt. Maar dat weet de klant allemaal niet."

Het onderliggende probleem is volgens Scholten de overcapaciteit in de markt. Er is plek voor circa zeshonderd schadeherstelbedrijven, terwijl het aanbod momenteel zo’n 2500 bedraagt. Verzekeraars maken daar misbruik van door herstelbedrijven die werk toegeschoven krijgen uit te knijpen. Door te werken met goedkopere onderdelen proberen de ondernemingen dat nadeel van sturing te compenseren. Door middel van het eigen risico worden ook klanten gestuurd. Volgens Ilse Schotanus-Bakker van A.K. Bakker-Bloem moeten verzekeringsmaatschappijen open kaart spelen. "Ze moeten de klant laten kiezen: een hogere premie en vrijheid van schadehersteller of een lagere premie, en laten weten dat er gebruik wordt gemaakt van imitatie-onderdelen."

Bron: Metro