In Nederland werd dat jaar voor 3,3 miljard euro aan onderdelen afgezet, een groei van 3,4 procent. Dat en meer meldt het Duitse onderzoeksbureau Wolk after sales experts in zijn nieuwe rapport The Car Aftermarket in Europe 2014. Het is de derde keer – na 2009 en 2012 – dat de analyse van de situatie in 34 Europese landen wordt gemaakt.

Uit de jongste rapportage blijkt dat de totale after sales markt voor auto’s in Europa goed is voor 119 miljard euro (peiling 2013, ook al staat er 2014 in het titelrapport). Het gaat puur om de retailprijs van onderdelen (zonder btw): slijtdelen, carrosseriedelen, motoren, transmissie, elektrische componenten, autoglas, chemicaliën, olie, banden en autolakken. Tussen de diverse landen bestaan opvallende verschillen: een automobilist in Scandinavië is per jaar 588 euro kwijt aan auto-onderdelen, terwijl dat in Rusland en Wit-Rusland 258 euro is. Nederlandse auto-eigenaren komen uit op gemiddeld 475 euro.

Bureau Wolk signaleert verder in diverse landen grote veranderingen op het gebied van marktverhoudingen. Concreet voorbeeld dat wordt genoemd zijn de acquisities door Sator / LKQ en het groeiende belang van e-commerce in de aftermarket. Directeur Helmut Wolk vindt de situatie op de Europese markt er niet duidelijker op worden: "Ik kan me niet onttrekken aan de indruk dat de marktspelers worden blootgesteld aan een chaotisch marktscenario, zonder vaste grenzen en met snel veranderende concepten, prioriteiten en tijdschema’s."