Toralt Deinum: Volvo tussen wal en schip

Het is nog maar amper twee jaar geleden dat Volvo grootse plannen had: de verkopen zouden in 2020 vrijwel moeten verdubbelen tot achthonderd auto’s op jaarbasis.

Toralt Deinum

Daarbij was een sleutelrol weggelegd voor China, de thuismarkt van de nieuwe moeder Geely. China is voor meer autofabrikanten de haarlemmerolie voor alle afzetproblemen. Bepaald niet terecht want een grote markt is niet 1:1 gelijk aan grote successen. De Duitse merken weten wel te oogsten, maar voor alle anderen lijkt een bijrol te zijn weggelegd. Ook Volvo weet geen doorbraak te forceren. In de planning stond tweehonderdduizend orders in 2015, maar die doelstelling lijkt verder weg dan ooit. Dit jaar zal de afzet namelijk uitkomen op zo’n 45 duizend exemplaren, oftewel onder het niveau van 2011.

Een ander probleem doet zich in Europa voor: Volvo is namelijk niet vertegenwoordigd in het gestaag groeiende B-segment. Ook een betaalbare cross-over ontbreekt. Okay, de XC60 is niet excessief duur maar bepaald geen (premium)alternatief voor bijvoorbeeld de Mazda CX-5 of Nissan Qashqai. Die kosten maar de helft. Het resultaat is dat (de afgeschreven en opvolgerloze C30 uitgezonderd) er nu voor minder geld ingestapt kan worden bij Audi of BMW. En dat is een kapitale positioneringfout, want gegeven de mindere bouwkwaliteit dient een Zweed goedkoper te zijn dan een Duitser. Voor fans van Scandinavisch design misschien niet leuk om te horen, maar wel een feit.

Volvo lijkt zo vermalen te worden door de Duitsers, die in de vorm van de A1, de X1 en de toekomstige sedanversie van de A-klasse modellen bieden waar men in Götenborg geen antwoord op heeft. Het platform voor de nieuwe generatie Volvo modellen (S60 t/m XC90) is namelijk te groot voor compacte middenklassers. En los daarvan: een nieuwe S80 is leuk, maar vooral meer van hetzelfde. En daar red je het niet mee als de verkopen dienen te verdubbelen.

Het idee van een ambitieuze Chinese moeder is leuk, maar Volvo schiet er niet veel mee op. Van synergievoordelen is, afgezien van toegang tot goedkopere leveranciers (met alle kwaliteitsrisico’s van dien), is geen sprake. Om te voorkomen dat Volvo, dat reeds met productiepauzes kampt om de voorraad onverkochte auto’s niet te veel te laten oplopen, in diepere problemen raakt, moet de top van Volvo snel handelen: vergeet de Chinese droom en sluit je aan bij een krachtige (Europese) volumespeler. Die kan het broodnodige platform voor een serie compacte modellen verschaffen.

 

 

 

 

Reacties

De Chinese helden met het communistische geld werden binnengehaald. De trouwe Volvo rijders in shock. Gelukkig was daar de lieve uitziende meneer Geely die ons geruststelde dat er niets zou veranderen.
Twee maanden later de totale ontwikkelings afdelening naar China. Ik heb daarna meteen mijn V70 verkocht, omdat bij de overname van Ford meteen de prijzen van de onderdelen werden verdubbeld zag ik de bui al hangen met die onbetrouwbare Chinees die ik echtwaar de kans had gegeven. Met mijn Volvo reed ik 60.000 km per jaar. Het was een niet te stoppen stoomtrein en dat heerlijke 5 cilinder geroffel uit mijn onverwoestbare echt ijzeren uitlaat ach die tijd is voorbij.
Nu moeten er van Geely goedkoper onderdelen gebruikt worden made in China. Denken ze daar nou echt dat ik 50.000 Euro ga uitgeven voor een Chinese auto?! Droom rustig verder. Volvo de auto voor het museum.

Geplaatst door: Jerry op
Toralt Deinum: Volvo tussen wal en schip - Automobielmanagement.nl

Toralt Deinum: Volvo tussen wal en schip

Het is nog maar amper twee jaar geleden dat Volvo grootse plannen had: de verkopen zouden in 2020 vrijwel moeten verdubbelen tot achthonderd auto’s op jaarbasis.

Toralt Deinum

Daarbij was een sleutelrol weggelegd voor China, de thuismarkt van de nieuwe moeder Geely. China is voor meer autofabrikanten de haarlemmerolie voor alle afzetproblemen. Bepaald niet terecht want een grote markt is niet 1:1 gelijk aan grote successen. De Duitse merken weten wel te oogsten, maar voor alle anderen lijkt een bijrol te zijn weggelegd. Ook Volvo weet geen doorbraak te forceren. In de planning stond tweehonderdduizend orders in 2015, maar die doelstelling lijkt verder weg dan ooit. Dit jaar zal de afzet namelijk uitkomen op zo’n 45 duizend exemplaren, oftewel onder het niveau van 2011.

Een ander probleem doet zich in Europa voor: Volvo is namelijk niet vertegenwoordigd in het gestaag groeiende B-segment. Ook een betaalbare cross-over ontbreekt. Okay, de XC60 is niet excessief duur maar bepaald geen (premium)alternatief voor bijvoorbeeld de Mazda CX-5 of Nissan Qashqai. Die kosten maar de helft. Het resultaat is dat (de afgeschreven en opvolgerloze C30 uitgezonderd) er nu voor minder geld ingestapt kan worden bij Audi of BMW. En dat is een kapitale positioneringfout, want gegeven de mindere bouwkwaliteit dient een Zweed goedkoper te zijn dan een Duitser. Voor fans van Scandinavisch design misschien niet leuk om te horen, maar wel een feit.

Volvo lijkt zo vermalen te worden door de Duitsers, die in de vorm van de A1, de X1 en de toekomstige sedanversie van de A-klasse modellen bieden waar men in Götenborg geen antwoord op heeft. Het platform voor de nieuwe generatie Volvo modellen (S60 t/m XC90) is namelijk te groot voor compacte middenklassers. En los daarvan: een nieuwe S80 is leuk, maar vooral meer van hetzelfde. En daar red je het niet mee als de verkopen dienen te verdubbelen.

Het idee van een ambitieuze Chinese moeder is leuk, maar Volvo schiet er niet veel mee op. Van synergievoordelen is, afgezien van toegang tot goedkopere leveranciers (met alle kwaliteitsrisico’s van dien), is geen sprake. Om te voorkomen dat Volvo, dat reeds met productiepauzes kampt om de voorraad onverkochte auto’s niet te veel te laten oplopen, in diepere problemen raakt, moet de top van Volvo snel handelen: vergeet de Chinese droom en sluit je aan bij een krachtige (Europese) volumespeler. Die kan het broodnodige platform voor een serie compacte modellen verschaffen.

 

 

 

 

Reacties

De Chinese helden met het communistische geld werden binnengehaald. De trouwe Volvo rijders in shock. Gelukkig was daar de lieve uitziende meneer Geely die ons geruststelde dat er niets zou veranderen.
Twee maanden later de totale ontwikkelings afdelening naar China. Ik heb daarna meteen mijn V70 verkocht, omdat bij de overname van Ford meteen de prijzen van de onderdelen werden verdubbeld zag ik de bui al hangen met die onbetrouwbare Chinees die ik echtwaar de kans had gegeven. Met mijn Volvo reed ik 60.000 km per jaar. Het was een niet te stoppen stoomtrein en dat heerlijke 5 cilinder geroffel uit mijn onverwoestbare echt ijzeren uitlaat ach die tijd is voorbij.
Nu moeten er van Geely goedkoper onderdelen gebruikt worden made in China. Denken ze daar nou echt dat ik 50.000 Euro ga uitgeven voor een Chinese auto?! Droom rustig verder. Volvo de auto voor het museum.

Geplaatst door: Jerry op