OEM’s claimen plek in de aftermarket

aftermarket

In Brussels Expo vond recent aftermarketvakbeurs AutoTechnica & Service Station & Carwash plaats. Opvallend was het relatief grote aantal autofabrikanten dat met indrukwekkende stands de aandacht van universele autobedrijven probeerde te trekken.

Het was vier jaar wachten op deze editie van de vakbeurs voor de automotive aftermarket in de Benelux. In 2018 werd het evenement voor het laatst georganiseerd en de editie in 2016 moest voortijdig worden afgebroken vanwege deterroristische aanslagen in Brussel. In 2020 ging de beurs niet door vanwege de coronamaatregelen. Voor deze editie gaf de beursorganisatie vooraf al aan dat de beurslocatie Brussels Expo een ‘safe place to visit’ is.

Dit omdat Brussels Expo onlangs investeerde in extra ventilatieuitrusting, CO2-meetapparatuur en UVC-toestellen die de luchtkwaliteit optimaliseren. Doordat alle beperkingen in België, net als in Nederland, waren opgeheven was er voor de bezoekers geen mondmasker of vaccinatiebewijs meer vereist.

Vreemde eend

Omdat Autotechnica & Service Station & Carwash een beurs is voor de hele autobranche en dan met name gericht op onderhoud en reparatie in het universele kanaal, was er veel werkplaatsuitrusting en gereedschap te zien. Maar ook de carwash- en tankbranche komt er traditiegetrouw aan zijn trekken.

Vreemde eend in de bijt waren de OEM’s dit jaar. Zowel BMW, Mercedes alsStellantis pakten uit in Brussel met de nodige vierkante meters, fraaie opengewerkte modellen en onderdelen. De verkoop van originele onderdelen, training, data en online diagnose-ondersteuning was hierbij de insteek. Waar het universele kanaal in de afgelopen decennia vooral werd gezien als concurrentie voor het eigen dealernetwerk, zien autofabrikanten nu kansen of misschien zelfs een noodzaak in de samenwerking met onafhankelijke autobedrijven.

Energietransitie

De beurs werd geopend door de Belgische vice-premier en minister vanMobiliteit, Georges Gilkinet. Volgens de bewindsman is de sector nodig om ‘de uitdagingen van morgen mogelijk te maken’. De Belgische overheid zet net als de Nederlandse erg in op de energietransitie. Een project waar het de autobranche volgens Gilkinet voor nodig heeft. “Er zullen altijd wel auto’s zijn, maar anders dan vandaag. Kleiner en met minder uitstoot. De mobiliteit van morgen zal multi-modulair zijn. De auto zal er echter een plaats in behouden.”

Die energietransitie is volgens de drie autofabrikanten die in Brussel vertegenwoordigd waren ook een van de redenen dat er toenadering wordt gezocht tot het universele kanaal. De elektrificatie van het wagenpark is volgens Luc vanMoeseke van BMW Belux een van de grootste uitdagingen voor het universele autobedrijf in de komende jaren. Het monteren van verkeerde onderdelen en gebrek aan kennis om dit op de juiste manier te doen straalt volgens hem af op het imago van de autofabrikant. “Samenwerking is heel belangrijk en daarom zijn we van plan om in de toekomst meer te investeren in opleidingen.”

Evenwichtige verhouding

Volgens Moeseke is er nu al sprake van een evenwichtige verhouding in de verkoop van onderdelen tussen het eigen netwerk en de zelfstandige garages. “In de praktijk merken we dat de voertuigen de eerste vier jaar bij onze eigen dealers in onderhoud zijn. Pas daarna gaan ze richting andere kanalen. Voor ons staat voorop dat de reparaties volgens de juiste specificaties worden uitgevoerd. Het gebruik van adequate reserveonderdelen is essentieel. Een noodzaak die we ook bij leasemaatschappijen benadrukken.”

“Door originele onderdelen te monteren, kunnen we het comfort en de veiligheid blijven garanderen die de reputatie van Mercedes-Benz bepalen,” meent ook Patricia Tirez, verantwoordelijk voor de Partsdivisie bij Mercedes Benz Belux. “Als de reparatie slecht is uitgevoerd, lijdt het merk daar onder. Wat betreft elektrificatie, momenteel bestaat 37,4 procent van de verkopen uit elektrische voertuigen in een of andere vorm. Het is waar dat er wat tijd overheen gaat tot een nieuw voertuig naar een onafhankelijke garage gaat. Maar dat moment komt sneller dan we denken.”

De aanwezigheid van Stellantis is wellicht wat minder verrassend. Het moederbedrijf van onder meer Peugeot,Citroën, Opel en Fiat timmert al jaren aan de weg met de eigen universele garageformule Eurorepar, is eigenaar van webwinkel Mister Auto en richtte de onderdelendistributie een aantal jaren geleden al in op het bedienen van zowel de eigen dealers als universelen.

Overgangsperiode

“Ons doel is om het netwerk van zelfstandige garages uit te bouwen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we in ditkanaal veel kansen zien,” zegt Laurent Delmotte, directeur aftersales & onderdelen Stellantis Belux. “De manier waarop we ons netwerk ontwikkelen, is onlosmakelijk verbonden met de elektrificatie. Elektrische voertuigen vragen om een ​​andere benadering van onderhoud en reparatie. Garages – dealers en zelfstandige garages – maken een overgangsperiode door en wij hebben daarin een belangrijke ondersteunende rol.” Die ondersteuning moet volgens Mercedes ook bestaan uit training van monteurs. “Zowel traditioneel als via e-training. Sinds de pandemie is online training zeer succesvol voorheen zou dit ondenkbaar zijn geweest,” zegt Tirez. “De afgelopen jaren hebben we belangrijke stappen gezet op het gebied van digitalisering en die willen we graag onder de aandacht brengen. Een van onze instructeurs is aanwezig om uitleg te geven en vragen te beantwoorden.”

Blikvangers

Een S-klasse en een opengewerkt model van een elektrische aandrijflijn dienden daarbij als aandachtstrekker. BMW had hiervoor een model uit de M-serie meegenomen. Maar in plaats van snelheid en de ‘Freude am Fahren’ was het motto hier veiligheid en duurzaamheid. Voor dit doel was een selectie aan onderdelen uitgestald met als boodschap het belang van het gebruik van hoogwaardige reserveonderdelen. Bij Stellantis geen flitsende automodellen, maar vooral aandacht voor Eurorepar en de laatste verbeteringen en vernieuwingen aan de Distrigo website voor het bestellen van onderdelen.

OEM’s claimen plek in de aftermarket - Automobielmanagement.nl

OEM’s claimen plek in de aftermarket

aftermarket

In Brussels Expo vond recent aftermarketvakbeurs AutoTechnica & Service Station & Carwash plaats. Opvallend was het relatief grote aantal autofabrikanten dat met indrukwekkende stands de aandacht van universele autobedrijven probeerde te trekken.

Het was vier jaar wachten op deze editie van de vakbeurs voor de automotive aftermarket in de Benelux. In 2018 werd het evenement voor het laatst georganiseerd en de editie in 2016 moest voortijdig worden afgebroken vanwege deterroristische aanslagen in Brussel. In 2020 ging de beurs niet door vanwege de coronamaatregelen. Voor deze editie gaf de beursorganisatie vooraf al aan dat de beurslocatie Brussels Expo een ‘safe place to visit’ is.

Dit omdat Brussels Expo onlangs investeerde in extra ventilatieuitrusting, CO2-meetapparatuur en UVC-toestellen die de luchtkwaliteit optimaliseren. Doordat alle beperkingen in België, net als in Nederland, waren opgeheven was er voor de bezoekers geen mondmasker of vaccinatiebewijs meer vereist.

Vreemde eend

Omdat Autotechnica & Service Station & Carwash een beurs is voor de hele autobranche en dan met name gericht op onderhoud en reparatie in het universele kanaal, was er veel werkplaatsuitrusting en gereedschap te zien. Maar ook de carwash- en tankbranche komt er traditiegetrouw aan zijn trekken.

Vreemde eend in de bijt waren de OEM’s dit jaar. Zowel BMW, Mercedes alsStellantis pakten uit in Brussel met de nodige vierkante meters, fraaie opengewerkte modellen en onderdelen. De verkoop van originele onderdelen, training, data en online diagnose-ondersteuning was hierbij de insteek. Waar het universele kanaal in de afgelopen decennia vooral werd gezien als concurrentie voor het eigen dealernetwerk, zien autofabrikanten nu kansen of misschien zelfs een noodzaak in de samenwerking met onafhankelijke autobedrijven.

Energietransitie

De beurs werd geopend door de Belgische vice-premier en minister vanMobiliteit, Georges Gilkinet. Volgens de bewindsman is de sector nodig om ‘de uitdagingen van morgen mogelijk te maken’. De Belgische overheid zet net als de Nederlandse erg in op de energietransitie. Een project waar het de autobranche volgens Gilkinet voor nodig heeft. “Er zullen altijd wel auto’s zijn, maar anders dan vandaag. Kleiner en met minder uitstoot. De mobiliteit van morgen zal multi-modulair zijn. De auto zal er echter een plaats in behouden.”

Die energietransitie is volgens de drie autofabrikanten die in Brussel vertegenwoordigd waren ook een van de redenen dat er toenadering wordt gezocht tot het universele kanaal. De elektrificatie van het wagenpark is volgens Luc vanMoeseke van BMW Belux een van de grootste uitdagingen voor het universele autobedrijf in de komende jaren. Het monteren van verkeerde onderdelen en gebrek aan kennis om dit op de juiste manier te doen straalt volgens hem af op het imago van de autofabrikant. “Samenwerking is heel belangrijk en daarom zijn we van plan om in de toekomst meer te investeren in opleidingen.”

Evenwichtige verhouding

Volgens Moeseke is er nu al sprake van een evenwichtige verhouding in de verkoop van onderdelen tussen het eigen netwerk en de zelfstandige garages. “In de praktijk merken we dat de voertuigen de eerste vier jaar bij onze eigen dealers in onderhoud zijn. Pas daarna gaan ze richting andere kanalen. Voor ons staat voorop dat de reparaties volgens de juiste specificaties worden uitgevoerd. Het gebruik van adequate reserveonderdelen is essentieel. Een noodzaak die we ook bij leasemaatschappijen benadrukken.”

“Door originele onderdelen te monteren, kunnen we het comfort en de veiligheid blijven garanderen die de reputatie van Mercedes-Benz bepalen,” meent ook Patricia Tirez, verantwoordelijk voor de Partsdivisie bij Mercedes Benz Belux. “Als de reparatie slecht is uitgevoerd, lijdt het merk daar onder. Wat betreft elektrificatie, momenteel bestaat 37,4 procent van de verkopen uit elektrische voertuigen in een of andere vorm. Het is waar dat er wat tijd overheen gaat tot een nieuw voertuig naar een onafhankelijke garage gaat. Maar dat moment komt sneller dan we denken.”

De aanwezigheid van Stellantis is wellicht wat minder verrassend. Het moederbedrijf van onder meer Peugeot,Citroën, Opel en Fiat timmert al jaren aan de weg met de eigen universele garageformule Eurorepar, is eigenaar van webwinkel Mister Auto en richtte de onderdelendistributie een aantal jaren geleden al in op het bedienen van zowel de eigen dealers als universelen.

Overgangsperiode

“Ons doel is om het netwerk van zelfstandige garages uit te bouwen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we in ditkanaal veel kansen zien,” zegt Laurent Delmotte, directeur aftersales & onderdelen Stellantis Belux. “De manier waarop we ons netwerk ontwikkelen, is onlosmakelijk verbonden met de elektrificatie. Elektrische voertuigen vragen om een ​​andere benadering van onderhoud en reparatie. Garages – dealers en zelfstandige garages – maken een overgangsperiode door en wij hebben daarin een belangrijke ondersteunende rol.” Die ondersteuning moet volgens Mercedes ook bestaan uit training van monteurs. “Zowel traditioneel als via e-training. Sinds de pandemie is online training zeer succesvol voorheen zou dit ondenkbaar zijn geweest,” zegt Tirez. “De afgelopen jaren hebben we belangrijke stappen gezet op het gebied van digitalisering en die willen we graag onder de aandacht brengen. Een van onze instructeurs is aanwezig om uitleg te geven en vragen te beantwoorden.”

Blikvangers

Een S-klasse en een opengewerkt model van een elektrische aandrijflijn dienden daarbij als aandachtstrekker. BMW had hiervoor een model uit de M-serie meegenomen. Maar in plaats van snelheid en de ‘Freude am Fahren’ was het motto hier veiligheid en duurzaamheid. Voor dit doel was een selectie aan onderdelen uitgestald met als boodschap het belang van het gebruik van hoogwaardige reserveonderdelen. Bij Stellantis geen flitsende automodellen, maar vooral aandacht voor Eurorepar en de laatste verbeteringen en vernieuwingen aan de Distrigo website voor het bestellen van onderdelen.