De consument had een vergoeding geëist omdat de auto na verloop van tijd kuren ging vertonen. Het tv-programma De Rijdende Rechter heeft gisteravond echter AutoValk, een Bovag Autobedrijf, in het gelijk gesteld. Bovag is content met de uitspraak. Hij bevestigt volgens algemeen directeur Koos Burgman dat kopen én verkopen van een auto zonder Bovag Garantie "niet verstandig" is.

De onderneming verkocht medio 2007 een Mégane Scenic 1.5 dci met bijna anderhalve ton op de teller. De koper zag af van de Bovag Garantie en een afleverbeurt, in ruil voor duizend euro korting. Volgens de koper was Bovag Garantie zinloos omdat het risico al wordt afgedekt door de conformiteitsregel in de wet. Die stelt dat een aangeschaft product moet doen wat je er redelijkerwijs van mag verwachten.

Vier maanden na aankoop haperden drie van de vier brandstofverstuivers. Auto Valk weigerde het defect voor niets te repareren, er gold immers geen Bovag Garantie. Wel bood het bedrijf de consument uit coulance aan om, na betaling van duizend  euro, de garantie met terugwerkende kracht in te laten gaan. De consument maakte van dat aanbod geen gebruik, maar liet de auto bij een ander autobedrijf repareren. Vervolgens wendde hij zich tot de Rijdende Rechter om (een deel van) de gemaakte kosten vergoed te krijgen.

Rijdende Rechter mr. Frank Visser oordeelde, na raadpleging van een deskundige, dat het niet ongewoon is dat brandstofverstuivers na 140 duizend kilometer de geest geven. Het beroep van de consument op conformiteit was dan ook niet terecht. Ook  wees hij erop dat de consument ruim zevenduizend kilometer met de auto had afgelegd, voordat de verstuivers het begaven. Daarmee is volgens Visser  aangetoond dat het defect aan de Scenic nog niet aanwezig was bij aankoop, zoals de wet vereist. Als de consument Bovag Garantie had gekregen (en betaald), had Auto Valk het geconstateerde euvel wél kosteloos moeten verhelpen.