Volgens Greijn vroegen de deelnemende automaterialengrossiers een aantal extra zekerheden, voordat ze wilden overstappen van hun huidige leverancier. Honoreren van die zekerheden, zoals daglevering vanaf het begin, zou echter afbreuk doen aan het uitgangspunt om als organisatie lean & mean te zijn.

Ook de recente reeks overnames van grossiers en consolidatie in de markt zouden zand in de motor hebben gestrooid. De gewenste dertig miljoen euro omzet om break-even te draaien raakte erdoor uit zicht. Greijn zocht de afgelopen tijd naar samenwerking met bestaande grote onderdelendistributeurs, maar die optie bleek volgens hem niet haalbaar.

De naam Dyam stond voor ‘Dynamic Aftermarket’ en wilde Nederlandse grossiers op een aantal fronten een betere propositie bieden dan bestaande partijen. Zo zou een lagere brutomarge gelden dan gangbaar is. Door selectief te zijn in het aantal (A-)merken, dacht Greijn fabrikanten van onderdelen een groot volume te kunnen bieden, dat zich vertaalt in goede inkoopcondities voor de grossier. Dyam zou gaan putten uit diverse wharehouses in de Benelux en Duitsland en deze beschikbare voorraden via zijn portal langs digitale weg ontsluiten voor de aangesloten grossiers en garagebedrijven.

Volgens Greijn is sinds de start, mei vorig jaar, alles gedaan om de aanloopproblemen op te lossen. Eind juni leek het concept op gang te komen, maar in het najaar ging het project steeds stroever lopen. "Had ik puur rationeel geredeneerd, dan had ik er per 1 december al de stekker uitgetrokken. Tegen beter weten in ben ik doorgegaan. Maar het bleef kwakkelen."

In de afgelopen 2,5 week heeft Greijn de diverse partijen persoonlijk op de hoogte gebracht van zijn besluit. Onduidelijk is nog wat de initiatiefnemer nu gaat doen. Hij zegt zich voorlopig weer te richten op zijn eigen adviesbureau (Autoperspectief) en op eventuele andere mogelijkheden in de markt.