In Amerika komen voor de Cinquecento veertien lakkleuren beschikbaar, veertien kleuren stoelbekleding, zes verschillende typen wielen en een heel scala aan grafische stickers en andere opties. Chyrsler zei op de LA Auto Show dat er een half miljoen combinaties mogelijk is en hoopt daarmee een grote groep klanten te trekken, van teenagers die hun eerste auto kiezen tot babyboomers die een naar een kleiner model gaan.

Maar autofabrikanten hebben in het verleden ervaren dat er ook risico’s kleven aan het aanbieden van ongelimiteerde mogelijkheden. Een van de grootste risico’s is dat er combinaties worden gemaakt die niet veel klanten kiezen en blijven de dealers met die versies zitten. Tachtig procent van de Amerikaanse klanten verwacht meteen met een nieuwe auto te kunnen wegrijden. Dit in tegenstelling tot klanten in ons land, die gewend zijn een auto te bestellen en dan (lang) te wachten op de levering. De fabriek in Mexico die de Amerikaanse 500 gaat bouwen is zó ingericht dat de speciale orders eerst zullen worden gebouwd en toeleveranciers moeten meer onderdelen voorradig hebben, zodat zij sneller een speciaal deel van de auto, zoals een dashboard of stoel kunnen leveren. Toch zou het best mogelijk zijn dat klanten tegen een maand levertijd aanlopen.

Of klanten die een 500 willen hebben, bereid zullen zijn zo lang te wachten, is de vraag. Chrysler hoopt vijftigduizend exemplaren per jaar te verkopen, ongeveer net zo veel als de Mini. Maar ook dat is nog maar de vraag. De 500 gaat in Amerika 15,5 duizend dollar kosten en voorzien van opties komt hij al snel in de buurt van de twintig mille.

De prijzen van de Mini beginnen rond dat bedrag, maar dat model is groter, hipper en heeft bovendien de naam van BMW. Carl Galeano, eigenaar van onder meer een groot Chrysler-dealerbedrijf bij Detroit: "Ik zal wel zien wat er gebeurt. Voorlopig reken ik erop in 2011 een klein aantal 500’s te kunnen verkopen. Ik schat 250 exemplaren."