Ton Roks: Bonny & Clyde en Ford

Clyde Barrow, een van Amerika’s beroemdste misdadigers (samen met zijn lief Bonny Parker), was een uitstekend chauffeur.

Ton Roks

De politie had grote moeite hem bij te houden als hij zich driftend en wel uit de voeten maakte, met tussen 120 en 150 km/u over gravelwegen. Binnen een bocht of vier had Clyde zo’n voorsprong dat zijn achtervolgers het moesten opgeven. Meer dan eens ontvoerden Bonnie en Clyde een sheriff en lieten hem ergens ver weg achter, om te voorkomen dat hij alarm kon slaan. Vaak rapporteerde die sheriff daarna niet bang te zijn geweest te worden doodgeschoten – dat deed het tweetal alleen als het niet anders kon – maar wel doodsangsten te hebben uitgestaan door het bloedstollende tempo waarmee Clyde reed. Hij stal vooral Fords met de nieuwe en krachtige Flathead V8 en zou ooit een brief naar Henry Ford hebben gestuurd met de complimenten voor de betrouwbaarheid en de snelheid ervan.

 

Geen enkele misdadiger gebruikte de auto zo intensief als Clyde Barrow, niet alleen om banken te beroven, maar ook om zich grensoverschrijdend te verplaatsen, zodat hij in de ene staat van de USA uit de handen van de andere kon blijven. Vanwege die sterke connectie met auto’s heb ik een tocht door Amerika gemaakt, langs de banken die Bonnie & Clyde beroofden, hun schuilplaatsen en de plek waar ze in een fatale hinderlaag reden. Het viel daarbij op dat herinnering overal na tachtig jaar nog levend wordt gehouden – op veel plekken zijn plaquettes geplaatst, die vermelden wat deze twee desparado’s daar uithaalden. Lokale bibliotheken houden er foto- en knipselcollecties op na, die geregeld opgevraagd worden, want Bonnie & Clyde roepen nog steeds emoties op.

 

In Gibsland, waar ze werden vermoord, ontmoette ik Boots Hinton, de zoon van Ted Hinton, een van de sheriffs die Bonnie en Clyde met kogels doorzeefde. Hij houdt daar het zogenaamde Ambush Museum in stand. Boots, inmiddels 77, vecht ervoor dat er vooral de waarheid wordt verteld en heeft dan ook weinig op met de film die Warren Beatty over Bonnie en Clyde maakte. “Dat is vijf procent historische feiten en 95 procent BS”, aldus Boots, waarbij BS  staat voor bull shit. Hinton heeft er geen enkele twijfel over waarom nu nog steeds mensen van heinde en verre naar zijn museum komen. "Bonnie en Clyde waren gek op elkaar. Hun verhaal is vooral een love story.  And a damned good one. Veel beter dan Romeo en Julia."

 

Ton Roks: Bonny & Clyde en Ford - Automobielmanagement.nl

Ton Roks: Bonny & Clyde en Ford

Clyde Barrow, een van Amerika’s beroemdste misdadigers (samen met zijn lief Bonny Parker), was een uitstekend chauffeur.

Ton Roks

De politie had grote moeite hem bij te houden als hij zich driftend en wel uit de voeten maakte, met tussen 120 en 150 km/u over gravelwegen. Binnen een bocht of vier had Clyde zo’n voorsprong dat zijn achtervolgers het moesten opgeven. Meer dan eens ontvoerden Bonnie en Clyde een sheriff en lieten hem ergens ver weg achter, om te voorkomen dat hij alarm kon slaan. Vaak rapporteerde die sheriff daarna niet bang te zijn geweest te worden doodgeschoten – dat deed het tweetal alleen als het niet anders kon – maar wel doodsangsten te hebben uitgestaan door het bloedstollende tempo waarmee Clyde reed. Hij stal vooral Fords met de nieuwe en krachtige Flathead V8 en zou ooit een brief naar Henry Ford hebben gestuurd met de complimenten voor de betrouwbaarheid en de snelheid ervan.

 

Geen enkele misdadiger gebruikte de auto zo intensief als Clyde Barrow, niet alleen om banken te beroven, maar ook om zich grensoverschrijdend te verplaatsen, zodat hij in de ene staat van de USA uit de handen van de andere kon blijven. Vanwege die sterke connectie met auto’s heb ik een tocht door Amerika gemaakt, langs de banken die Bonnie & Clyde beroofden, hun schuilplaatsen en de plek waar ze in een fatale hinderlaag reden. Het viel daarbij op dat herinnering overal na tachtig jaar nog levend wordt gehouden – op veel plekken zijn plaquettes geplaatst, die vermelden wat deze twee desparado’s daar uithaalden. Lokale bibliotheken houden er foto- en knipselcollecties op na, die geregeld opgevraagd worden, want Bonnie & Clyde roepen nog steeds emoties op.

 

In Gibsland, waar ze werden vermoord, ontmoette ik Boots Hinton, de zoon van Ted Hinton, een van de sheriffs die Bonnie en Clyde met kogels doorzeefde. Hij houdt daar het zogenaamde Ambush Museum in stand. Boots, inmiddels 77, vecht ervoor dat er vooral de waarheid wordt verteld en heeft dan ook weinig op met de film die Warren Beatty over Bonnie en Clyde maakte. “Dat is vijf procent historische feiten en 95 procent BS”, aldus Boots, waarbij BS  staat voor bull shit. Hinton heeft er geen enkele twijfel over waarom nu nog steeds mensen van heinde en verre naar zijn museum komen. "Bonnie en Clyde waren gek op elkaar. Hun verhaal is vooral een love story.  And a damned good one. Veel beter dan Romeo en Julia."