Ik heb sowieso niet de behoefte een allemansvriend te zijn en los daarvan ben ik niet vies van een plaagstoot af en toe. Jaren geleden, toen ik in een levensfase zat waarin ik een flitsende carrière nog erg belangrijk vond, zou ik met een groepje mannen ergens naar toe zou gaan. De blaaskaak van het gezelschap kondigde aan dat hij wel zou rijden. Ik versnelde daarop mijn pas richting parkeerterrein waar zijn auto zou moeten staan en besloot op de meest lullige vierwieler af te lopen: een witte Suzuki Alto. Demonstratief ging ik bij een passagierdeur staan met mijn hand aan de deurgreep. Afijn, veel conversatie hebben we daarna niet meer gehad maar mijn binnenpretje nam hij mij (braaf zittend op de achterbank) niet meer af.

Ik moest van de week aan dit voorval denken omdat ik niet uitsluit dat ik binnenkort opnieuw in de fout ga. En dat is niet omdat ik iemand op de kast wil jagen, maar omdat ik écht serieus moeite heb de achterzijde van de nieuwe 3-serie te onderscheiden van de kont van een 5-serie. En tja, dan kan je iemand die je oprecht wil feliciteren met zijn nieuwe BMW (die je aanziet voor een 3) behoorlijk op zijn ziel trappen als hij managementtechnisch hoog genoeg is ingeschaald voor een 5-serie. Hem complimenteren met z’n drie-twintig is dan niet leuk. Maar ja, daar kan ik niet veel aan doen: na de Audi’s gaan nu ook de BMW’s steeds meer op elkaar lijken.

Ik ben echt benieuwd hoe lang dit goed gaat, of het managementvolk ooit in opstand komt en schreeuwt: "Dit pikken wij niet meer, wij willen design-revolutie!" Eigenlijk hoop ik wel op heibel in de tent want dat is de brandstof voor de journalist. Maar aan de andere kant zie ik de klant niet snel staken, want wat is het alternatief? Een Audi, die zo mogelijk nóg  inwisselbaarder is.

Gelukkig toont Mercedes-Benz met de nieuwe A-klasse meer lef. Wat een heerlijk radicaal andere hatchback is dat. Daar zou ik, zodra hij in Nederland arriveert, graag de deurgreep even van vasthouden. Uit bewondering voor zoveel durf.