Wel, noem het grootspraak, boerenverstand of wat dan ook, maar soms weet ik van te voren al of een nieuwe auto een succes gaat worden of niet. En bij de Lancia Delta meen ik de plank niet bepaald misgeslagen te hebben. En nu is er een andere auto in aantocht die ik bij voorbaat helemaal niks vind: de derde generatie Renault Twingo. Let wel: ik baseer deze mening niet op een preview of op een testrit met een prototype maar puur op het dna-materiaal van de nieuwe Twingo. Dat is namelijk grotendeels afkomstig van de Smart Fortwo. Renault rekt  de wielbasis weliswaar flink op om er een vierzitter van te kunnen maken en gaat tussen de achterwielen zijn eigen driecilinder motor leggen, maar toch: een eigen ontwerp kan je het niet noemen.

Nu is het zo dat een pragmatische houding soms beter is dan het hebben van principes. Dus als die Fortwo nou een enorme hit zou zijn, tja, dan kan je Renault niet kwalijk nemen dat men het wiel voor een a-segment auto niet opnieuw probeert uit te vinden. Maar zoals we allemaal weten, is de Smart allesbehalve succesvol. De tweezitter laat zich alleen met verlies moeizaam aan de man laten brengen. Meerijden op andermans bagagedrager is niet erg als je zelf niet kan fietsen, maar Renault heeft een reputatie hoog te houden in het a-segment. Denk aan de alleskunner R4, of aan de doordachte eerste generatie Twingo. En dan zou Renault nu niet meer weten hoe zij een instapmodel moet ontwerpen?

Als je rijpleziertechnisch als dubbeltje geboren bent, dan kan je nooit een kwartje worden, ook niet als je de wielbasis flink oprekt. En als het ontwerp (tegen premiumprijzen) door Smart niet winstgevend te verkopen valt, dan zal dat Renault als massamerk ook niet lukken.

Daarom schrijf ik hier dat ik de nieuwe Twingo een aanfluiting vind. Zonder er een meter mee te hebben gereden. De directeur van Renault Nederland is van harte welkom voor een glaasje fris om af te koelen.