Column Toralt Deinum: Bye bye, Infiniti

De kogel is door de kerk: Infiniti wordt uit zijn lijden verlost en trekt zich terug uit Europa. De reden: er valt in onze marktregio te weinig eer te behalen voor het premiummerk van Nissan.

Column Toralt Deinum: Bye bye, Infiniti

Het besluit om Europa vaarwel te zeggen, kan voor niemand die de verkoop­resultaten gevolgd heeft een verrassing zijn. Infiniti was al jarenlang aan het kwakkelen, waarbij de afzetcijfers zich van kwaad tot erger ontwikkelden. Ben je als moeder topfit, dan knijp je een oogje toe als jouw dochter in de lappenmand wenst te verblijven, maar de bedrijfseconomische gezondheid van Nissan laat de laatste tijd steeds meer te wensen over. De hechtenis van topman Carlos Ghosn kan ook meegespeeld hebben: als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel en die hebben dus besloten dat het mooi geweest is voor wat betreft de perspectiefloze avonturen van Infiniti in Europa.

Waar ging het mis? In 2003 was er nog geen wolkje aan de lucht. Toen introduceerde Infiniti de FX, een joekel van een cross-over in vergelijking waarmee de Porsche Cayenne maar een bleke bet was. Maar een premium-merk bouw je niet op eenmalige hits. Het gaat om herhaling en elke ronde beter willen worden. De Porsche 911 is daar het beste voorbeeld van. De FX gleed daarentegen af: de tweede generatie was een slap aftreksel van het origineel en de door alliantiepartner Renault aangeleverde 3,0 liter V6-dieselmotor was berucht om zijn reparatiegevoeligheid.

Nieuwe modellen die Infiniti weer glans konden geven, zijn er niet gekomen. Bij de sedans viel op dat de Q50 met een niet goed uitontwikkelde stuurinstallatie op de markt kwam. Die haastigheid speelt Infiniti momenteel ook parten in de Verenigde Staten, waar de variabele compressie van de VC-Turbo motor van de QX50 (de opvolger van de EX) een slecht huwelijk vormt met de CVT. Het resultaat is een SUV die volgens de Amerikaanse pers hooguit tweede keus is. Met de Q30/QX30 is technisch niks mis, maar de prijsstelling van dit op de Mercedes-Benz GLA gebaseerde modelduo is veel te hoog om in Europa de gevestigde orde slapeloze nachten te kunnen bezorgen.

Infiniti, dat zich nu gaat concentreren op de Noord-Amerikaanse en Chinese markt, denkt in 2021 haar eerste volledig elektrische auto klaar te hebben. Is het jammer dat wij die in Europa niet voorgeschoteld krijgen? Aangezien Infiniti tot nu toe vooral halfbakken producten heeft geserveerd, is het antwoord op die vraag: nee.

Column Toralt Deinum: Bye bye, Infiniti - Automobielmanagement.nl

Column Toralt Deinum: Bye bye, Infiniti

De kogel is door de kerk: Infiniti wordt uit zijn lijden verlost en trekt zich terug uit Europa. De reden: er valt in onze marktregio te weinig eer te behalen voor het premiummerk van Nissan.

Column Toralt Deinum: Bye bye, Infiniti

Het besluit om Europa vaarwel te zeggen, kan voor niemand die de verkoop­resultaten gevolgd heeft een verrassing zijn. Infiniti was al jarenlang aan het kwakkelen, waarbij de afzetcijfers zich van kwaad tot erger ontwikkelden. Ben je als moeder topfit, dan knijp je een oogje toe als jouw dochter in de lappenmand wenst te verblijven, maar de bedrijfseconomische gezondheid van Nissan laat de laatste tijd steeds meer te wensen over. De hechtenis van topman Carlos Ghosn kan ook meegespeeld hebben: als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel en die hebben dus besloten dat het mooi geweest is voor wat betreft de perspectiefloze avonturen van Infiniti in Europa.

Waar ging het mis? In 2003 was er nog geen wolkje aan de lucht. Toen introduceerde Infiniti de FX, een joekel van een cross-over in vergelijking waarmee de Porsche Cayenne maar een bleke bet was. Maar een premium-merk bouw je niet op eenmalige hits. Het gaat om herhaling en elke ronde beter willen worden. De Porsche 911 is daar het beste voorbeeld van. De FX gleed daarentegen af: de tweede generatie was een slap aftreksel van het origineel en de door alliantiepartner Renault aangeleverde 3,0 liter V6-dieselmotor was berucht om zijn reparatiegevoeligheid.

Nieuwe modellen die Infiniti weer glans konden geven, zijn er niet gekomen. Bij de sedans viel op dat de Q50 met een niet goed uitontwikkelde stuurinstallatie op de markt kwam. Die haastigheid speelt Infiniti momenteel ook parten in de Verenigde Staten, waar de variabele compressie van de VC-Turbo motor van de QX50 (de opvolger van de EX) een slecht huwelijk vormt met de CVT. Het resultaat is een SUV die volgens de Amerikaanse pers hooguit tweede keus is. Met de Q30/QX30 is technisch niks mis, maar de prijsstelling van dit op de Mercedes-Benz GLA gebaseerde modelduo is veel te hoog om in Europa de gevestigde orde slapeloze nachten te kunnen bezorgen.

Infiniti, dat zich nu gaat concentreren op de Noord-Amerikaanse en Chinese markt, denkt in 2021 haar eerste volledig elektrische auto klaar te hebben. Is het jammer dat wij die in Europa niet voorgeschoteld krijgen? Aangezien Infiniti tot nu toe vooral halfbakken producten heeft geserveerd, is het antwoord op die vraag: nee.