Op de campus van de IVA in Driebergen bruist het inmiddels weer. De parkeerplaats staat lekker vol met auto’s en studenten lopen af en aan. Het eerste jaar van algemeen directeur Joan Janssens aan het roer van de IVA Business School zit er bijna op. Afgelopen januari maakte hij de overstap naar de particuliere managementopleiding voor de auto- en watersportbranche. “Het was een vreemde start. Het onderwijs is natuurlijk heel dynamisch, er is altijd veel reuring. Toen ik begon vonden de lessen volledig digitaal plaats. Nederland zat op slot en het was hier uitgestorven. Een hele vreemde gewaarwording.”De IVA bestaat inmiddels meer dan negentig jaar. De oprichter Geerlig Riemer – die in 1915 begon met het importeren van auto’s en tractoren – besloot in 1930 aan de slag te gaan met het opleiden van managers voor deze opkomende branche. De drie letters verwijzen naar ‘Instituut voor den Autohandel’. “De oprichter had een grote stalhouderij, met paarden en koetsen. Hij zag wat er gebeurde in de VS met de opkomst van auto’s. Hij besloot zich in te zetten om de autoverkoop ook in ons land te gaan professionaliseren. De rest is geschiedenis.”

Rode draad

Het onderwijs loopt als een rode draad door het leven van Janssens. De IVA-directeur was onder meer actief als rector van een middelbare school in Nijmegen, lid van de Raad van Toezicht van het Deltion College en directeur bij de Hanzehogeschool Groningen. “Ik was direct heel enthousiast over deze functie. De kleinschaligheid van de opleidingen, het familiaire gevoel. De persoonlijke touch. We zijn veel meer dan een autoschool, we zijn ook een businessclub. We leiden studenten op voor een carrière in de autosector, maar veel studenten komen ook op andere plekken terecht. Het zijn vaak zelfstandige en goed gedisciplineerde ondernemers. Die uiteindelijk op heel veel plekken aan de slag kunnen.”

Het was een zwaar jaar voor veel jongeren, benadrukt Janssens. Daar is lang niet altijd voldoende aandacht voor geweest. “Persoonlijk contact en goede begeleiding zijn speerpunten van de IVA. Dat hebben we afgelopen jaar zo goed mogelijk geprobeerd op te pakken. Het effect van de coronamaatregelen op het leven van studenten is groot.” Recent onderzoek laat zien dat de helft van de studenten psychische problemen ondervindt van de huidige situatie, bij een kwart gaat dit nog verder. “Dat moet je serieus nemen. We hebben geprobeerd zoveel mogelijk in contact te blijven met de studenten, ook toen we digitaal onderwijs moesten geven. We boden studenten de mogelijkheid om verspreid over de lokalen de lessen te kunnen volgen, zodat ze niet per se thuis moesten blijven. Digitaal lesgeven betekent verschraling van persoonlijk contact. Aandacht voor de student is in deze tijd belangrijker dan ooit.”

Goede resultaten

Ondanks het moeilijke jaar en alle beperkende maatregelen die golden, scoorde het merendeel van de in totaal bijna duizend studenten prima. “Daar zijn we heel tevreden over. Ook de diploma-scores waren erg goed en vergelijkbaar met andere jaren. Maar het is uiteraard allemaal wel een stuk minder leuk geweest. Bijeenkomsten en evenementen konden niet doorgaan. Een digitale borrel is toch anders dan een gezellige bijeenkomst hier op de vloer. Hopelijk kunnen we dat in 2022 inhalen.”

Inspelen op verandering loopt als een rode draad door de geschiedenis van de IVA. “De IVA is opgericht toen paard en wagen plaatsmaakten voor auto’s. We staan inmiddels voor heel andere uitdagingen. De veranderingen die nu gaande zijn, zijn gigantisch. Ze hebben betrekking op het klimaat, de geopolitieke situatie, digitalisering, Artificial Intelligence en Virtual Reality. Ons doel is om met studenten en de beroepspraktijk antwoorden te vinden op de problemen die je tegenkomt in de praktijk. En die problemen worden steeds uitdagender.”

(tekst loopt door onder de foto)

Algemeen directeur Joan Janssens: “Studenten vooruit helpen in deze snel veranderende wereld.”

‘Visie 2030’

De IVA is volop in verandering en ontwikkeling. In aanloop naar het 100-jarig bestaan is een ‘Visie 2030’ opgesteld. “We willen voorop blijven lopen in wat we doen. Naast het geven van goed onderwijs willen we ook inzetten op kennisontwikkeling en onderzoek. Kortom, ‘life long learning’. Wil je relevant onderwijs aanbieden aan studenten, dan moet je weten wat er gebeurt. Wat zijn de gevolgen van elektrificatie? En wat betekent dit voor de business? Wat is er mogelijk met waterstof? En welke invloed heeft de opkomst van nieuwe bredere mobiliteit, van connected mobility? Je ziet dat vrijwel alle grote importeurs en fabrikanten met veel meer bezig zijn dan auto’s. Denk aan e-bikes, deelmobiliteit, MaaS. Voor ons en onze studenten zijn al deze veranderingen natuurlijk heel interessant. Het biedt grote kansen.”

Naast Automotive Business Management (op HBO- en MBO-niveau) biedt de IVA sinds augustus ook Innovation Business Management aan, een HBO-opleiding van 3,5 jaar waarin studenten worden klaargestoomd voor een succesvolle carrière in de ‘nieuwe wereld’. Een wereld van zelfrijdende auto’s, speed pedelecs, deelscooters en drones. “Deze nieuwe opleiding laat zien dat we de toekomst met open armen ontvangen en dat we onderdeel willen zijn van de toekomst. De IVA als voorloper in de transitie van mobiliteit. Dit doen we onder meer met een groot aantal kennispartners en bedrijven uit de branche waar we samen mee optrekken. Dat is een prachtige wisselwerking tussen ons, de bedrijven en de studenten.”

Transitie

Het motto ‘eens een IVA-student, altijd een IVA-student’ is nog steeds volop van toepassing. “Misschien dat het nu nog wel meer geldt. We willen feeling houden met onze oud-studenten en van elkaar blijven leren. Trainingen, masterclasses en onderzoeken opzetten. We vinden dat we als onderwijsinstelling een belangrijke rol hebben. Er is hier heel veel kennis in huis, we hebben uitstekende docenten die met hun beide benen in de sector staan. Ik vind het onze taak om de handschoen op te pakken en de studenten én de branche vooruit te helpen in deze snel veranderende wereld. We willen ze voorbereiden op een succesvolle carrière in de mobiliteitswereld en daarbij constant aan het stuur zitten. Niet volgend, maar leidend zijn. En daar zet ik mij samen met alle collega’s hier voor de volle 200 procent voor in!”