In je laatst rol was je operationeel directeur bij Arval. Waarom heb je de overstap gemaakt naar James?
“Ik merkte dat ik meer wilde doen met de ondernemersgeest die ik in mij heb. James is een relatief jonge werkplaatsformule met een enorme drive in de organisatie om verder te groeien en in onze sector de beste en leukste garageketen van Nederland te worden. Die ambitie spreekt mij enorm aan en ik wil daar graag aan bijdragen. En zo op het eerste gezicht lijkt het een grote stap, maar ik ken James al heel lang. De keten is partner van Arval op meerdere fronten dus ik ken de mensen erachter ook al langer.”
Welke kennis neem je mee waar James van kan profiteren?“
James is bekend geworden door onderhoud en reparatie voor de leasebranche. Met mijn overstap vanuit de lease weet ik vrij nauwkeurig aan welk type dienstverlening een leasemaatschappij behoefte heeft en hoe je daar als garageformule aan kan voldoen. Daarnaast heb ik de afgelopen jaren een breed netwerk opgebouwd in de sector en heb ik me veel beziggehouden met automatisering, een speerpunt in het verbeteren van die dienstverlening. Daar komt bij: James is een coöperatie. Ik ben van nature een teamspeler en weet hoe je samen een bepaald doel bereikt.”
Alle werkplaatsen zijn vol. Tegelijkertijd zijn er uitdagingen als elektrificatie en de schaarste aan technisch personeel. Hoe ga je die uitdagingen te lijf?
“We volgen de markt. Onze kernactiviteit is reparaties en onderhoud aan auto’s. Daar zie je het aanbod natuurlijk veranderen. Een deel van de auto’s die we onderhouden komt uit de zakelijke markt en die worden in rap tempo steeds meer elektrisch. Het onderhoud per auto is inderdaad minder, maar omdat we veel meer auto’s binnenkrijgen blijft het totaalvolume toch goed op peil. We verwachten dat dat ook in de toekomst zo blijft. We verwachten te groeien doordat ons netwerk uitgebreid wordt met goede garagebedrijven en doordat we het gestuurde onderhoud per vestiging kunnen opvoeren. Leasemaatschappijen kunnen steeds beter sturen op onderhoud, dat gaat alleen maar meer worden. Denk alleen al aan private lease. En we moeten uiteindelijk niet vergeten dat EV’s ook onderhoud nodig hebben. Onderdelen slijten of gaan kapot, in die zin zijn ze niet anders dan traditionele voertuigen.”
Ik merkte dat ik meer wilde doen met de ondernemersgeest die ik in mij heb
Hoe zorg je in deze tijden voor voldoende gekwalificeerd personeel in de werkplaats?
“Je moet op verschillende fronten aan de bak. Aan de ene kant moeten we het traditionele imago van de automonteur verbeteren, zeker bij jongeren. Die hebben niet een heel positief beeld van het monteursvak en kiezen vaak liever voor een vak waarbij ze geen vieze handen krijgen en dat fysiek minder vergt. De komst van de elektrische auto betekent dat we dat imago kunnen verbeteren. De moderne monteur wordt veel meer een IT’er die zichzelf moet blijven ontwikkelen. Dat is voor veel jonge mensen een veel aantrekkelijker perspectief. Aan de andere kant zorgen we ervoor dat onze monteurs die nu in de werkplaats staan zich ook ontwikkelen. Over tien jaar is hun vak echt anders.”
Welke ambities heeft de directie met James voor de toekomst?“
We streven naar een goed landelijk netwerk. Groei hoeft echter niet ten koste van alles, we moeten echt het gevoel hebben dat de autobedrijven die zich bij ons aansluiten passen bij het DNA van James. We zijn op zoek naar ondernemers die willen meehelpen met het verder uitbreiden van onze activiteiten. Nieuwe James-garages kunnen ex-dealers zijn, maar zeker ook kwalitatief hoogwaardige universele garages. We zijn een merkonafhankelijke kwaliteitsformule en die kwaliteit willen we bewaken. Daarnaast groeien we al in naamsbekendheid, maar we hebben de ambitie om deze verder te vergroten door lokale en landelijke marketingcampagnes. Hiermee willen we nog meer particuliere klanten aan ons binden.”
Lees ook:
Garageformules willen weer groeien
Dit artikel is verschenen in AM nummer 9!
Ga voor een abonnement op AM naar: www.automobielmanagement.nl/abonneren/
